Voor Hard//hoofd schreef ik over schrijven: want hoe schrijf je nou eigenlijk een boek? Ik heb stapels vol schrijfadvies verslonden – goed advies, daar niet van – en toch kwam ik bij het schrijven van mijn eerste roman vast te zitten. Daarom schreef ik het advies op dat ik zelf ook wel had willen krijgen.
Al sinds ik kan lezen, weet ik al dat ik zelf verhalen wil schrijven. Iets helemaal verzinnen, wat anderen dan ook voor zich zien – ik kon me niks leukers indenken. Tegelijkertijd vond ik het een nogal mistig carrièrepad. Want schrijver worden, hoe deed je dat?
Op mijn nachtkastje had ik als negenjarige daarom een bundel van Lemniscaat liggen: het Schrijversboek. Daarin vertelden kinderboekenschrijvers hoe ze hun verhalen precies bedachten. Ik las hoe Thea Beckman en Jan Terlouw hun boeken opbouwden en dat Simone van der Vlugt als veertienjarige al een manuscript opstuurde naar een uitgever.
Het Schrijversboek markeerde het begin van een hele reeks adviezen die ik las. Van Stephen King leerde ik dat bijvoeglijk naamwoorden in de meeste gevallen onnodig zijn. Stephen Koch moedigde me aan om vooral te beginnen. Anne Lamott liet me zien dat perfectionisme van de duivel komt, en na een zomerkamp volgde ik het advies van Ellen Deckwitz om een paar yoga-oefeningen te doen na een dag achter de laptop. Andere goede raad: lees veel, schrijf veel. Maak dingen af. Schrijf elke dag, of in ieder geval niet alleen wanneer de inspiratie toeslaat.
“If you want to be a writer, you must do two things above all others: read a lot and write a lot. There’s no way around these two things that I’m aware of, no shortcut.”
Stephen king, on writing
Het is allemaal praktisch advies. Ik ben dol op praktisch advies. Het maakt het hele schimmige schrijfproces een beetje behapbaar. Bij het schrijven van mijn debuutroman pakte ik er regelmatig boeken over het schrijven bij, om mezelf eraan te herinneren dat een boek schrijven geen onmogelijke opgave is. Een scene opbouwen, een verhaallijn uitschrijven: overal is wel een stappenplan voor te vinden.
Mijn advies is dus ook niet zozeer praktisch van aard (of het moet het praktische advies zijn om vooral veel advies van andere schrijvers te lezen). Want een boek schrijven is lastiger dan alleen praktisch advies opvolgen. Waar ik minder op voorbereid was toen ik aan een roman begon, is hoe intuïtief schrijven is.