Nick is de populairste jongen van de school. Dat hij het vreemde nieuwe meisje Sam moet helpen vindt hij dan ook maar niks. Maar als blijkt dat Sams vader een bekende uitvinder is, en dat drie van zijn collega’s proberen de wereld te veroveren, moeten Sam en Nick samen een oplossing verzinnen.
De gekke uitvinders Eego, Isteria en Neuro zitten samen in een oud klooster in Italie. Sam en Nick gaan op weg om hun plannen te verijdelen, maar ze zijn niet de enigen. Ook de minister heeft inmiddels lucht gekregen van de plannen van de uitvinders en hij stuurt de generaal en zijn supergeheime Alfa-Omega-Delta-Eliteteam om de uitvinders uit te schakelen. De titel van de reeks ‘Uitvinderszootje’ zegt het al: het wordt een gigantisch zootje in Italië. De uitvinders maken er een potje van, maar ook het leger handelt niet erg bekwaam. De blunders volgen elkaar snel op. Spinnen die uit een computer komen, explosies en mini-ninjas: in De ijsmodulator komen ze allemaal voor. Intussen zijn Sam en Nick de uitvinders gelukkig telkens weer te slim af.
Het perspectief in De ijsmodulator wisselt tussen dat van de generaal en zijn Alfa’s, de uitvinders en Sam en Nick. Daardoor weet de lezer steeds meer dan de personages zelf. Zo weet de generaal niet wat hem overkomt als zijn kamp overspoelt wordt door kleine robotspinnetjes. De lezer weet wel hoe dat gebeurt: het zijn Sam en Nick, die de plannen van de uitvinders hebben gedwarsboomd, waardoor de spinnetjes per ongeluk in het kamp belanden. Deze perspectiefwisselingen zorgen voor dramatische ironie die grappige situaties oplevert. Daarnaast weet Embrechts zijn personages komisch neer te zetten. Dat de generaal bijzonder schietgraag is is in een paar zinnen duidelijk:
‘”Verdwijnen, meneer de minister-president? Zoals in een kopje kleiner maken?” vroeg de generaal gretig. “U bedoelt: ervoor zorgen dat er geen spoor meer van overblijft? We hebben heel mooie nieuwe bommenwerpers gekocht […]”’
De ijsmodulator is een humoristisch boek, maar Embrechts wil vooral boeken schrijven waarbij je ‘even vergeet te ademen’. Dat is met De ijsmodulator gelukt. Embrechts weet met iedere vreemde gebeurtenis de spanning weer even op te bouwen: zal het goed gaan, zijn Sam en Nick de uitvinders te slim af? Als het dan daadwerkelijk mis lijkt te gaan en Sam en Nick opgesloten worden door de uitvinders houdt Embrechts de spanning mooi vast. Toch is het eerder een verhaal om ‘in één adem’ uit te lezen dan om bij te ‘vergeten te ademen’. Echt griezelig wordt het niet: de generaal en de uitvinders worden steeds de dupe van hun eigen plannetjes, en Sam en Nick komen overal ongeschonden uit. Dat is voor het verhaal geen probleem, want als lezer wil je vooral weten wat voor vreemde oplossing Embrechts nu weer bedacht heeft.
Dit is ook meteen een nadeel. Embrechts’ De ijsmodulator wordt voortgestuwd door het plot. De gebeurtenissen volgen elkaar in hoog tempo op, maar dit zorgt ervoor dat er maar weinig ruimte is voor de karakterontwikkeling van de twee hoofdpersonen. Zo vindt Nick het eerst maar niks om met Sam op pad te gaan. Binnen een paar scènes lijkt hij dit alweer vergeten te zijn. De vriendschap tussen Sam en Nick ontwikkelt zich hierdoor wel erg snel, en vergt veel inlevingsvermogen van de lezer.
Embrechts’ fantasievolle verhaal geeft Bouwens de ruimte om all out te gaan met zijn tekeningen. Op een stripachtige wijze illustreert Bouwens de acties van de uitvinders en van Sam en Nick. Hoe gekker het personage of de gebeurtenis, hoe beter de tekening. De uitvinders worden door Bouwens heel komisch neergezet. Als aan de illustraties is te zien dat de uitvinders knettergek zijn. De tekeningen, die in het boek in blauwtinten zijn afgedrukt, zijn zo een mooie aanvulling op het geestige verhaal.
De ijsmodulator is het eerste deel van de langere ‘Uitvinderszootje’-serie. Ongetwijfeld zullen Sam en Nick in volgende delen meer avonturen beleven. Met De ijsmodulator levert Embrechts alvast een lekker gek verhaal, dat heerlijk snel weg leest en de lezer tot het laatste moment geboeid houdt.
Luc Embrechts, De ijsmodulator. Abimo, 2014.
Deze recensie is geschreven in opdracht van De Leeswelp.