Jonathan trekt zich terug in zijn eigen wereld nadat hij zowel zijn moeder als zijn broertje heeft verloren aan kanker. Na zeven jaar doorbreekt de Noor zijn af zondering in een kamp in Big Sur, de wildernis van Californië. André Platteel schreef met Alles hiervoor een geraffineerde debuutroman over de strijd en de wil om te leven.
Het verhaal van Alles daarvoor heeft veel van een thriller: een onbekende vreemdeling in de woestijn dringt zich steeds verder het leven van de hoofdpersoon binnen. De Noor is een mysterieuze man die gepassioneerde betogen houdt in het kamp van Big Sur, en die steeds vaker in Jonathans omgeving opduikt. Onherbergzame landschappen vormen een onheilspellend decor in het begin van de roman. Toch gaat Platteel niet voor de snelle spanning. Het boek komt wat traag op gang, maar op een knappe manier weet hij een unheimische sfeer te schetsen:
‘“Hé…” niet hard maar zachtjes haalt de Noor me terug. Even zegt hij niets, en dan, met diezelfde lage stem: “Dat romantische beeld van de natuur is als dikke honing die langzaam een kinderkeel in kruipt.” Hij maakt een wegwerpgebaar. “Je kunt misschien een hert tegenkomen of een condor, maar je zou gek staat te kijken als je ineens wordt aangevallen door een wolf.”’
Ziekte en geweld blijken leidende motieven in de roman te zijn. In een van de sleutelscènes in het boek slaat de Noor Jonathan in elkaar. Dit geweld is nodig: het brengt Jonathan weer tot zichzelf en ondanks de pijn voelt hij zich genezen. Geweld is nodig om het kwaad uit te roeien. Dat is niet alleen bij Jonathan het geval, maar ook bij de wereld, vindt de Noor. Het kwaad is kanker. Geweld tegen dit kwaad is de behandeling. De Noor past zijn theorie toe middels een vorm van ecoterrorisme. De aarde moet nu eenmaal gered worden van de mensen die haar vernietigen.
Deze metaforen en motieven worden door Platteel mooi uitgewerkt. Steeds opnieuw wordt de vergelijking met kanker gemaakt. Dit gebeurt allereerst op het niveau van de compositie van de roman: op verschillende momenten zijn er flashbacks naar Jonathans moeder en broertje, en hun ziekte. Daarnaast is het een vergelijking die Jonathan zelf ook gaat gebruiken om de Noors wereldbeeld te verdedigen. Maar wie is het kwaad? Tegen wie moet het geweld dan gebruikt worden? Uiteindelijk biedt de Noor, met zijn gewelddadige wereldbeeld, Jonathan geen reden om voor zijn leven te vechten. Die reden vindt hij in Bette, een meisje dat hij in Parijs ontmoette. Zij blijkt in staat te zijn om zonder geweld door Jonathans barrière te breken: langzaam ontvouwt zich een liefdesgeschiedenis die voor Jonathan belangrijker wordt dan de retoriek van de Noor.
Platteel weet de spanning in de roman subtiel op te bouwen. Daar staat tegenover dat zijn taalgebruik soms wel erg bloemrijk is: ‘mijn longen trekken zich terug’ staat er als Jonathan een stinkend toilet ruikt, en als hij met Bette vrijt ‘nemen zij samen in omvang toe’. Soms werken Platteels metaforen, maar soms worden de scènes ongewild wollig van dit soort zinnen.
Wel knap is hoe Jonathans perceptie van de Noor gaandeweg verandert. Waarom Jonathan zich tot hem aangetrokken voelt is direct duidelijk. Terwijl Jonathan zich van de wereld afzondert, is de Noor een man van actie. Letterlijk ramt hij Jonathans angst eruit. Maar mettertijd gaat Jonathan inzien dat de Noor niet de redder is voor wie hij hem hield:
‘Als je hem dan toch zou moeten vergelijken, dan met de wolf, continu op jacht, op zoek naar een prooi. Geduld, huilen in de nacht, het ijskoude trotseren, altijd richting het Noorden, eindeloos draven, stille vlaktes trotseren. Soeverein. Niet bijten, maar scheuren. Rechte rug, brede kop. De vader van alle honden.’
Ondanks Jonathans beschrijvingen wordt niet echt duidelijk wie de Noor is. Zijn naam zegt het al: ‘de Noor’ is een abstractie. Hij staat voor een idee, het idee dat geweld nodig is om de wereld op te schonen. Wanneer Jonathan en de Noor dan ook daadwerkelijk met elkaar botsen wordt dit expliciet verbonden aan het gevecht van zijn broertje tegen kanker. Het bloed van de Noor ‘had zich met dat van mij vermengd, waardoor het mijne was gestold’. De Noor lijkt Jonathans eigen antagonist te zijn die hij moet overwinnen; zijn eigen kanker.
‘Deed je nou maar eens wat’, verwijt een meisje Jonathan in het begin van de roman. Dit blijft doorzingen in de rest van het boek – tot Jonathan aan het slot daadwerkelijk actie onderneemt. Geraffineerd weet Platteel de spanning op te voeren en werkt hij Jonathans strijd, met zichzelf en met de Noor, uit. Alles hiervoor is het verhaal van alles voor die uiteindelijke, definitieve actie. André Platteel heeft met Alles hiervoor een knappe debuutroman geschreven over de strijd en de wil om te leven.
André Platteel, Alles hiervoor. Uitgeverij De Arbeiderspers, 2014.
De recensie is geschreven in opdracht van Recensieweb.nl.
Geef een reactie