Dag [subscriber:firstname | default:lezer],
Nu De huurster en het poppenhuis ruim een half jaar oud is, krijg ik met enige regelmaat de vraag of ik alweer met iets nieuws bezig ben. Mijn antwoorden waren tot nu toe altijd een beetje vaag: ja, ik ben weer wat dingen aan het uitwerken, ik schrijf wat essays, ik zet ideeën op papier. Eén van die ideeën heb ik in september opgestuurd naar mijn redacteur, die zei: ‘Interessant, ga maar uitwerken!’ Dat heb ik gedaan. De eerste hoofdstukken heb ik begin november opgestuurd. En inmiddels kan ik wat concreter antwoorden: ja, ik ben weer met een nieuw boek bezig.
Het idee zit al een tijd in mijn hoofd. Als docent Nederlands ben ik vaak bezig met middeleeuwse verhalen. Ik lees zelf graag hertvertelling van oude verhalen vanuit een nieuw perspectief: verreweg de meeste boeken die ik heb gelezen de afgelopen jaren zijn hervertellingen van Griekse mythen of historische gebeurtenissen die vanuit een ander (vaak vrouwelijk) perspectief worden verteld. Daar ga ik me zelf nu ook aan wagen: het nieuwe boek wordt een hervertelling van een middeleeuws verhaal (daarover later vast meer). Dat betekent veel research. Binnenkort mag ik van mezelf veldwerk doen – eindelijk eens die schrijfkamer uit!
Maar dat is de laatste tijd bezig was met essays, is ook niet gelogen. Zo schreef ik voor de Standaard een stuk over alle herfstcontent die me online opviel. Waarom wordt de herfst me zo verkocht? Heeft het misschien wat te maken met klimaatverandering?
Klimaatverandering is sowieso een thema in wat ik denk en schrijf. Voor De Standaard schreef ik een essay over het verenigen van mijn kinderwens en mijn klimaatangst: gaat dat eigenlijk wel samen? Ik kreeg er zoveel reacties op dat ik de stoute schoenen aantrok en het onderwerp ook aan NRC voorstelde. En daarom staat een variant van dat essay (omgeschreven naar de Nederlandse context) vandaag op de cover van het zaterdagkatern. Ook de moeite waard vanwege de prachtige illustraties die Trui Chielens altijd maakt bij mijn stukken.
Liefs,
Else
Muze
Als schrijver zit je veel op je schrijfkamer, maar gelukkig niet altijd alleen. Ik ben heel blij dat Loren Snel af en toe haar schrijfgedachten met me wil delen. En nu is haar eerste, briljante roman Muze uit: een boek over twintig zijn en kunstenaar willen worden en over moeilijke, grensoverschrijdende relaties. Zoals de Volkskrant zegt: ‘slechte (maar zeer goed beschreven) seks’, en dat is een van de moeilijkste dingen om te schrijven (dat weet iedereen die weleens de Bad Sex in Fiction Awards heeft gevolgd). Ik heb het boek in een week uitgelezen, en dat was alleen omdat ik veel nakijkwerk te doen had en pas mocht lezen als ik dat af had. Een aanrader, kortom.
‘Knowing we are all in this’
Ik lees graag poëzie, maar niet altijd aan één stuk door. Ik ben dus al sinds de zomer bezig aan de bundel Bright Dead Things van Ada Limón. Haar gedichten zijn kort en mooi, als een soort overdenking. Zoals ze zelf zegt: ‘The thing that I’ve found that helps is knowing we are all in this, someone had gone or is going through the same thing. Poetry helps us with that.’ Andere aanrader voor iedereen die met klimaatangsten zit: de bundel Winterbloeiers van Yentl van Stokkum.